Home   Nieuws   Coronatijd terugblik

Coronatijd: Terugblik

Coronatijd: Terugblik
  1. 28.   Terugblik

Vanaf 1 mei heb ik iedere dag een meditatie geschreven. De coronatijd gaf ruimte voor extra stilte. Morgen begint het nieuwe kerkelijke jaar met de eerste zondag van de advent.
Daarom een mooie gelegenheid om even terug te kijken. Het kan interessant zijn na te gaan hoeveel mensen de meditaties gelezen en zelf overwogen hebben. Los daarvan heeft het schrijven ervan me goed gedaan. De corona kon zo maar een eind aan mijn leven maken en het was een fijn gevoel nog gedachten achter te laten die mij verrijkt hebben en daarom ook anderen kunnen verrijken.

De doelgroep zal niet zo groot zijn want alleen kloosterlingen zijn gewend zo’n grote plaats in te ruimen voor meditatie.

Voor mij was het mooi te zien hoe in de afgelopen 60 jaar bepaalde denkwerelden terrein hebben gewonnen. Alleen naar je eigen godsdienst kijken en deze als superieur beschouwen doet geen eer aan de bredere kennis die we van vele gedachtestromen en godsdiensten hebben. De zin die me nu te binnen schiet is: Een godsdienst is als een taal. Je eigen taal goed leren en een andere taal erbij leren. Je eigen godsdienst goed bestuderen maar ook de rijkdom van de andere godsdiensten bestuderen. In verschillende meditaties heeft u deze gedachtenlijn kunnen zien. De gedachte: God is in je, is niet zo maar een zin maar een nieuw besef dat overal doordringt. Daarom vind ik meditatie 26 van de maand wel een opsteker:
Ziekten worden niet genezen door de naam van een geneesmiddel uit te spreken.

Terugkijkend is meditatie 25 van de maand me wel uit het hart gegrepen. Iedere dag begin ik met deze tekst.

In de maand december plaats ik de 31 gebeden die in mijn boek Blijf in je kracht staan.

Tot slot haal ik graag aan:

In de stille ochtenduren
reinig ik mijn vol gemoed
van gedachten en ideeën
hoe de wereld worden moet.

Gaat het brandpunt van mijn leven
naar de kern van mijn bestaan,
dan verdwijnen schuld en angsten
pure kracht krijgt nu vrij baan.

Heer, wat wilt U dat ik doen zal?
deze vraag welt uit de bron
in het diepst van mij naar boven,
daar waar menig wens begon.

In momenten van bezinning
reinig ik mijn vol gemoed.
Ik sta vragend in het leven,
nu van mij uit niets meer moet.


 

terug naar boven